Het concept van hellen en hellestraffen was al bekend in India in het Hindoeisme. Boeddhisten namen het idee van straf in het hiernamaals na een slecht leven over. In het Boeddhisme werden hellen met hellestraffen en ook een verblijf in de hemel als overgangsfasen tussen wedergeboorten beschouwd. Beschrijvingen en afbeeldingen van hellen kunnen beschouwd worden als waarschuwingen voor mensen op aarde: als je wat verkeerd doet, kan het zoals afgebeeld op relief of schildering met je aflopen. De mens heeft zijn lot in eigen handen.
Wanneer iemand dood gaat, stijgt de ziel op richting Rijk van Yama. Deze, van oorsprong Hindoe god, heerst over het dodenrijk. Hij heeft twee assistenten die hem helpen de strafmaat van de zielen die arriveren voor de poort van het rijk te bepalen. Een van hen is de schrijver, die een soort archief heeft waarin de daden van de ziel tijdens diens leven vermeld zijn. Deze assistent heet meestal Citragupta (citra = iets graveren, schrijven). De naam van de tweede assistent varieert.
De menselijke ziel ondergaat een kringloop van wedergeboorten. Volgens het Boeddhisten zijn her vijf toestanden in te onderscheiden, de pancagati samsara, de vijfvuldige ellendige vormen van bestaan.
De wereld bestaat uit drie afdelingen: de Kamaloka, wereld van begeerte; de Rupaloka, wereld van vorm en de arupaloka, vormloze wereld.
De Kamaloka is onderverdeeld in vijf rijken. Een ervan is de hel, of zijn de hellen. Waar die precies ligt is niet geheel duidelijk wanneer men teksten over hellen leest, maar meestal is het onder de wereld van de mensen, in een soort onderwereld.
Boeddhistische teksten die informatie geven over hellen
Een van de teksten is het Karmavibhangga, rangschikking van daden. Deze tekst, die in het Sanskrit is geschreven werd in Nepal ontdekt. S. Levi, een Franse Sanskritist en de ontdekker van die tekst in 1922, dacht dat het manuscript uit 1411 AD stamde. De oorspronkelijke tekst moet al eerder bestaan hebben. De reliefs op de verborgen voet van de Borobudur op Midden Java, die uit de 9e eeuw stammen, die slechte daden en straffen ervoor in hellen tonen, zouden ontleend kunnen zijn aan het Karmavibhangga. Er zijn tien typen daden van de mens, die geboorte in een hel ten gevolge kunnen hebben volgens de Karmavigangga (Fontein 1989: 34).
1. een gruwelijke lichamelijke misdaad
2. een gruwelijke daad in woorden
3. een gruwelijke daad in gedachten
4. daden als gevolg van het idee dat het leven door de dood wordt beeindigd
5. daden als gevolg van het idee dat de mens eeuwig is
6. het ontkennen van het begrip causaliteit
7. inactief zijn
8. het ontkennen van de wet van oorzaak en gevolg
9. het goedkeuren van vernietiging
10. ondankbaarheid
Er bestaan ook nog andere Boeddhistische teksten, die andere daden van de mens vermelden die tot straffen in een hel kunnen leiden.
Namen van hellen
Er zijn verschillende namen voor hellen bekend in de verschillende vormen van Boeddhisme en in de verschillende perioden waarin teksten over hellen verschenen.
Jataka’s
Verhalen over vroegere geboorten van Buddha leveren informatie over hellen. In India in het Pali geschreven Jataka´s (bijvoorbeeld Jataka 530), maar ook verhalen die op Java in het Oud Javaans werden opgeschreven, bijvoorbeeld Kunjarakarna Kakawin.
8 hellen: Sanjiva (herleven: de zielen worden in stukken gehakt, daarna herleven ze weer, om vervolgens weer in stukken gehakt te worden), Kalasutra (zagen volgens lijnen op mensen aangebracht), Samghata (dichtklappende rotsen), Raurava (brullen, enorm lawaai), Maharaurava (nog enormer lawaai), Tapana (brandend, pijnigend), Pratapana, Avici/Aveci (onder/beneden gelegen) (Kern 1934:21)
Hoe lang gestraft
Teksten zijn hier vaag over. In Karmavibhangga (Fontein 1989,47) wordt geschreven dat iemand levenslang in de hel kan blijven, een half leven of maar kort, afhankelijk van de mate van ergheid van de slechte daden van de mens tijdens zijn leven. Het aantal jaren in de verschillende Boeddhistische teksten varieert van 500 jaar tot 16000 jaar.
Aard van de straffen
Er zijn verschillende soorten straffen: fysieke en mentale. De straffen worden voltrokken door mensachtige wezens (helledienaren), dieren en vogels, of mensachtigewezens met dierenkoppen, of onderdelen van menselijke wezens: handspoken, dijspoken, hoofdspoken die vuur spuwen.
Fysieke straffen zijn: martelen, koken, doorzagen, vermorzelen, etc. Mentale straffen zijn: iemand heeft dorst, wil drinken uit de rivier, maar het water droogt plotseling op. Even later is er weer water, maar als de persoon wil drinken, loopt het weer weg.