RUDOLF BONNET, 1934, GANDRUNG, BALI
PASTEL OP PAPIER, 96 X 70 CM
GESIGNEERD LINKS BOVEN: GANDEROENG, DAARONDER BALI 1934 EN DAARONDER R. BONNET
Dit werk werd op de veiling van Larasati/Glerum op 22 april 2001 in Jakarta verkocht voor 520 miljoen rupiah exclusief kosten.
Een dansende man, op de rug gezien, gekleed in kain, saput, en een hoofddoek, dastar, met een bloem achter het oor. Hij staat in een danshouding die kenmerkend is voor Bali. Hij heeft lange vingernagels, een mode onder jongens en mannen op Bali.
Het dansende meisje tegenover hem is gekleed in een lange kain, een baadje met lange mouwen, waarover een meters lange smalle reep stof stijf gewikkeld die een deel van de heupen, taille en bovenlichaam bedekt. Hierdoor komt het ranke lichaam van de danseres meer uit. Over haar schouders een kleine bolero, die in het echt gemaakt is van goud geverfd leer. Om haar middel een gordel van goudleer met flappen op zij die over de dijbenen afhangen. Twee slippen van een sjaal hangen aan weerszijden er onder naar omlaag. Op haar borst hangt ook een lange lap omlaag, een soort lopertje dat lamak heet. In haar rechter hand een waaier.
De gandrung (oude spelling gandroeng, of fonetisch gespeld ganderoeng) is een danspartij die vaak in Zuid Bali gegeven wordt naar aanleiding van een rite de passage voor een kind of bij een huwelijk om de gasten of dorpelingen te vermaken. Een groepje musici dat speelt op bambu instrumenten (bungbung) en een paar knappe jonge meisjes vormen de troep. De meisjes, jogèd, komen een voor een dansend op en nodigen een man of een jongen uit de kijkers uit om met haar te dansen. De mannen of jongens zijn vaak verlegen en weten niet wat ze moeten doen, tot groot vermaak van de overige toeschouwers. Soms zijn de mannelijke dansers heel goed of heel geestig in hun dans, wat ook weer een bron van vermaak is onder de toeschouwers. In de dertiger jaren werd een dergelijke danspartij al opgevoerd om toeristen te vermaken. Dat gebeurt nu nog steeds, bijvoorbeeld bij de Puri Night diners voor toeristen die in de beide paleizen Puri Anyar en Puri Gede in Krambitan gehouden worden
De wijze waarop de blote rug van de jongen is getekend, met een diepe vertikale lijn waar de ruggegraat is en met veel donkere countouren is kenmerkend voor het werk van Bonnet. Veel Balinese moderne schilders uit de dertiger jaren hebben dit overgenomen.
Dit werk is waarschijnlijk een voorstudie voor een grotere tekening die hij in de dertiger jaren maakte (140 x 130 cm) dat Jogèd dans heet (zie H. de Roever-Bonnet, Rudof Bonnet 1895-1978).